Dit mooi artikeltje werd ons bezorgd door Rudi Schepens, ex-voorzitter en nog steeds fervent aanhanger van De Katvissers.
Ergens in de jaren 90 toen het vissen met de match hengel kwam overgewaaid uit het UK.
Op Rieme woonde er een kampioen in de hengelsport genaamd Henry Everaert. Hij had achter zijn huis een een stalletje waar hij zijn gewonnen wedstrijdprijzen verkocht. Je kon er ook voer krijgen en, in die tijd, de belangrijke amorce voor op de wedstrijden. Dus op vrijdag, na het werk, even de amorce en maden halen voor de wedstijd van zaterdag op De Katvissers. Het was daar toen altijd gezellig druk in het stalletje van, ik denk 12 m². We stonden er opeen gepakt te luisteren naar de verhalen van de bedreven wedstrijdvissers. Ik heb in die tijd veel met mijn oren gestolen en ook veel geleerd van tips van andere klanten-vissers. Die avond kwam het matchvissen ter sprake waarop Henry reageerde dat hij de zondag ervoor nog een matchhengel gewonnen had op een wedstrijd. Hij zei “Scheep dat is nu iets voor u zie, je mag hem hebben voor een zacht prijsje”. Waarop ik repliceerde dat ik dat nog nooit gedaan had en er ook geen verstand van had.
Henry beloofde dat, als ik hem kocht, hij mij de kunde van het matchvissen zou leren. Daarmee ging ik onmiddellijk akkoord. De hengel een Browning 12 ft was een beauty maar ik had niet het nodige geld op zak en op Rieme was er geen bankautomaat. Een kleine voorschot en de rest mocht later, wanneer het paste…
Dus zoals beloofd de zondag nadien naar de katvissers om mijn opleiding te krijgen. Ik had ook nog 2 matchpennen en 100 meter nylon voor op mij molentje te spoelen gekocht. Meer had ik niet nodig. Het optuigen van de hengel ging nog maar bij het vissen raakte ik altijd in de knonsel bij het ingooien. Hierdoor sterk ontgoocheld, gooide ik de hengel weg en reed teleurgesteld naar huis – zonder matchhengel
2 uur later stond Henry aan mijn deur met de hengel en een fikse uitbrander. Er werden nieuwe afspraken gemaakt om het onder de knie te krijgen en na enkele weken opleiding was ik een behendige matchvisser geworden.
Elke daarop volgend zondag gingen wij op de put vissen. Om de meeste vis. We waren toen telkens met een mand of 5: Henry, Gilbert en ik met de match en Marcel Geysens en Lucien met de vaste stok. De discussie ontstond over het snelst het meest vis vangen. Hierop sloot Marcel een weddenschap af: indien hij zou verliezen dan zou hij in het water springen … Je kunt natuurlijk al raden. Na het onderonsje, waar Gilbert als winnaar uit kwam, hield Marcel zich aan zijn woord en sprong in het water. Omdat Marcel niet van de grootsten was stond die tot zijn midden in het water.
Later werd door het bestuur gevraagd om niet zo ver meer te vissen met de match want op de wedstrijden werd er geen vis meer gevangen.